Vorige week werd ik na een kilometer of dertig verlost ( lees gelost), van de slavenarbeid die wielrennen heet. Het leek wel of de wind handen had en dat ik er steeds door vastgegrepen werd. De bovenbenen werden looiig en de hersen krijgen door dat het niet meer gaat lukken. Het was ook niet zo gek dat ik lossen moest, ik had vier weken verstek laten gaan en dan gaat de snelheid er behoorlijk uit.
Vandaag staat er weer een aardig windje en de groep is klein zodat schuilen wat minder makkelijk gaat. En je valt ook meer op als wieltjesrijder. Twee groepjes gaan van start en we rijden een stukje met elkaar op. Rustig beginnen is voor mij het beste en mag best een uutje duren maar zo lang krijg ik niet. Het scheiden van de twee groepen gaat snel. We gaan richting Bonte Haas, Negenhuizen en Zouteveen. In het begin geniet ik maar zoveel mogelijk van het natuurschoon want straks krijg ik er de kans niet meer toe. We buigen af richting Zweth en rijden langs de Rottemeren waar er koffe wordt gedronken. Als we van de fiets stappen realiseren we hoe koud die noordenwind is. We gaan maar binnen zitten.
Ik heb het gevoel nog geen meter wind mee te hebben gehad en dat ik dat niet krijg ook. Net achter de koffie vandaan voelt de wind nog kouder en heviger aan. Zo'n pauze is lekker maar het doet ook wat met je benen, ze willen niet meer. Het duurt een paar kilometer voordat je weer het gevoel hebt.
Op de terugweg heb ik momenten dat ik het moeilijk heb maar gelukkig is er steeds een plaatsje tussen de wielen voor deze mindere god, en overleef ik snelheid en wind. Na de Zoetermeerse plas is de energie wel zo'n beetje op maar de wind ligt wat gunstiger en het paard ruikt de stal. Ik kom op m'n Noordenwindse trainingsparcour en dan gaat het toch net even makkelijker.
We rijden Den Haag binnen en ik ben al het afzien vergeten. Op de bank met een Chouffje is er alleen nog euforie en mag het snel weer zondag worden.
Ap